Kinderalimentatie berekenen.
1. Inleiding.
Over de hoogte van de kinderalimentatie wordt veel gezegd en geschreven en is daarnaast vaak een punt van irritatie tussen ex-partners. Dat is ook geen wonder want de wetgeving rond de kinderalimentatie is ingewikkeld. In deze pagina legt de Echtscheidingsspecialist uit op welke manier het alimentatiebedrag uiteindelijk tot stand komt en welke gegevens daarin een rol spelen. Naast het berekenen van de alimentatie komen andere veel voorkomende vragen en problemen rond de kinderalimentatie aan de orde.
GA NAAR ONZE WEBSITE SCHEIDSLIJN.NL OM HET REKENSCHEMA TE BESTELLEN!
Na het beëindigen van de relatie blijven beide ouders ook financieel verantwoordelijk voor hun kinderen. Dit betekent dat zowel de ouder bij wie het kind woont een bijdrage doet in de kosten van de kinderen als ook de ouder bij wie het kind niet woont.
Kinderalimentatie moet altijd betaald worden ook al is er geen contact (meer) met de ouder bij wie het kind niet woont.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de alimentatie voor kinderen van 0 tot 18 jaar en voor kinderen tussen de 18 tot de 21 jaar.
De alimentatie voor kinderen tussen de 0 en 18 jaar wordt in principe betaald aan de verzorgende ouder of gestort op een kinderrekening.
Kinderen van 18 jaar tot en met 21 jaar hebben ook recht op kinderalimentatie wanneer zij zelf niet of onvoldoende kunnen voorzien in hun eigen levensonderhoud. Meestal gaat het in de leeftijdscategorie van 18 tot 21 jarigen om studerende kinderen. De alimentatie wordt op de rekening gestort van de ouder bij wie het kind nog in huis woont of wordt betaald aan het kind zelf.
Bij de bepaling van de hoogte van de kinderalimentatie voor kinderen van 0 tot 18 jaar wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde Tremanormen. De Tremanormen en de wijze waarop de hoogte van de alimentatie wordt berekend, worden vastgesteld door de overheid. Er bestaat in principe geen minimum of maximum bedrag voor de kinderalimentatie.
Bij het vaststellen van de alimentatie wordt er in het Tremarapport 2006 van uitgegaan dat partners, nadat de kosten van de kinderen zijn betaald, ongeveer evenveel te besteden hebben.
Bij het vaststellen van de alimentatie voor 18 tot 21 jarigen wordt in het Tremarapport uit 2006 geadviseerd om aan te sluiten bij de Wet Studie Financiering (WSF).
2. De behoefte.
Het uitgangspunt bij de bepaling van de hoogte van de kinderalimentatie is dat de levensstandaard van het kind of de kinderen na de echtscheiding niet daalt. Om vast te stellen welk bedrag daar voor nodig is, moet er gekeken worden naar de behoefte en de kosten van de kinderen voor de scheiding. Dat gebeurt door naar het netto inkomen, inclusief vakantiegeld en spaarloon e.d, van de ouders te kijken.
Op grond van het inkomen van de ouders wordt met behulp van een tabel de behoefte van de kinderen bepaald. Onder de behoefte van de kinderen wordt verstaan alle kosten voor het levensonderhoud van de kinderen die de ouders zelf betalen, dus exclusief de kinderbijslag.
In de zo bepaalde financiële behoefte van de kinderen zitten de standaard kosten die ouders aan hun kinderen kwijt zijn, zoals een gedeelte van de woonlasten, een gedeelte van gas/water/ licht, kleding voedsel, cadeautjes, uitstapjes, sport, hobby’s e.d.
Kosten die niet standaard in de behoefte berekening zitten zijn: oppaskosten in verband met werk, kosten in verband met een particuliere opleiding.
Op basis van het gezinsinkomen tijdens het huwelijk wordt de gemiddelde behoefte over achttien jaar van de kinderen bepaald. Naar verhouding van inkomen tijdens het huwelijk wordt de bijdrage van de beide ouders in de kosten van de kinderen berekend.
Voor het vaststellen van de behoefte van kinderen van 18 jaar en ouder wordt vaak aansluiting gezocht bij de Wet Studie Financiering. Binnen de Wet Studie Financiering wordt gebruik gemaakt van verschillende posten zoals levensonderhoud, college- en boekengeld, de premie voor het zorgstelsel e.d. Aan de hand van de verschillende posten kan het studerende kind aantonen wat zijn/haar financiële behoefte is en wat de ouders daaraan dienen bij te dragen.
Het Nibud heeft een speciale “Geldwijzer Studenten” waarin de inkomsten en uitgaven van studenten beschreven worden.
Of de ouders na de scheiding nog wel de financiële behoefte van hun kinderen kunnen opbrengen - zoals voor de scheiding - wordt bepaald aan de hand van de draagkrachtberekening. Met andere woorden: wanneer van hetzelfde inkomen als tijdens het huwelijk twee huishoudens moeten draaien, is per huishouden vaak minder geld beschikbaar dan voorheen.
3. De Tremanormen
De Tremanormen worden gebruikt als richtlijn om de behoefte van de kinderen vast te stellen en dienen als uitgangspunt voor de berekening van de bijdrage van de beide ouders in de kosten van de opvoeding en het levensonderhoud van de kinderen.
Aan de hand van de kinderbijslagpunten en het gezinsinkomen kan het eigen aandeel van de ouders (dus exclusief de kinderbijslag) in de kosten van de kinderen worden bepaald.
Tabel eigen aandeel van de ouders in de kosten van de kinderen
- Zoek in tabel 1 het aantal kinderbijslagpunten op
- Tel de punten voor alle kinderen bij elkaar op. Wanneer er meer dan vier kinderen zijn dan alleen het puntenaantal voor de vier oudste kinderen noteren.
- Zoek in tabel 2 het gezamenlijk netto inkomen van de beide partners op in de bovenste horizontale kolom. De verticale kolom links geeft het aantal kinderbijslagpunten aan.
Wanneer in de tabellen niet het exacte inkomen of de kinderbijslagpunten staan, wordt het bedrag genomen dat tussen de bedragen in ligt.



De gevonden bedragen geven de kosten (behoefte) van de kinderen weer en niet de hoogte van het kinderalimentatie bedrag. De uiteindelijke hoogte van het alimentatiebedrag hangt af van de inkomens van de beide partners, de woonlasten en de overige lasten en worden berekend volgens de rekenmethode in de draagkrachtberekening.
Lees meer over kinderalimentatie:
GA NAAR ONZE WEBSITE SCHEIDSLIJN.NL OM HET REKENSCHEMA TE BESTELLEN!
|