4. Kinderalimentatie en vakantie
Wanneer de kinderen in een vakantie een langere periode bij de alimentatieplichtige verblijven dan kunnen er vragen ontstaan rond de te betalen kinderalimentatie in die periode. Bij de berekening van de alimentatie is daar, als het goed is, echter rekening mee gehouden. In de draagkrachtberekening kunnen bij de lastenpost voor de alimentatieplichtige namelijk kosten worden opgevoerd in verband met de omgangsregeling. De kosten die kunnen worden opgevoerd zijn € 5,00 per kind per dag voor de dagen dat het kind bij de alimentatieplichtige verblijft. Dat betekent dat in deze kostenpost ook de feest- en vakantiedagen opgenomen kunnen worden.
GA NAAR ONZE WEBSITE SCHEIDSLIJN.NL EN BEREKEN ZELF DE HOOGTE VAN DE KINDERALIMENTATIE!
Voorbeeld:
Een kind verblijft standaard zes dagen per maand bij de alimentatieplichtige. Daarnaast is het kind op jaarbasis drie extra (feest-) dagen en 28 vakantiedagen bij de alimentatieplichtige. Als kosten in verband met de omgangsregeling kunnen worden opgevoerd:
6 (dagen) x 12 (maanden) x € 5.00 = |
€ 360,00 |
31 feest- en vakantiedagen x € 5,00 = |
€ 155,00 |
Totale onkosten omgangsregeling= |
€ 515,00 per jaar |
Als de alimentatieplichtige geen andere onkosten heeft aan de omgangsregeling, kan er aan maandelijkse kosten in verband met de omgangsregeling € 512,00 : 12 =
€ 42,92 opgevoerd worden.
Indien in de draagkrachtberekening op deze manier is omgegaan met de kosten voor de omgangsregeling, blijft tijdens de vakanties het alimentatiebedrag ongewijzigd.
5. Co-ouderschap en kinderalimentatie
Wanneer na de scheiding de kinderen deels bij de ene ouder en deels bij de andere ouder wonen, is er sprake van co-ouderschap. Bij een co-ouderschap waarbij beide ouders evenveel verdienen en evenveel uitgeven aan de kinderen, houden de beide ouders aan het einde van de maand ongeveer evenveel over en hoeft er dus over en weer geen kinderalimentatie betaald te worden.
Bij co-ouderschap wordt alimentatie afgesproken in het geval dat:
- de ene ouder meer inkomen heeft dan de andere ouder.
- de kinderen procentueel gezien meer verblijven bij de ene ouder dan bij de andere ouder.
- wanneer de ene ouder - buiten zijn/haar schuld om gedurende een langere periode te maken heeft met hogere (woon-)lasten ten opzichte van de andere ouder.
Wat elk van de ouders kan bijdragen aan de kosten in levensonderhoud en opvoeding van de kinderen wordt bepaald aan de hand van de draagkrachtberekeningen. Voor elk van de ouders wordt een draagkrachtberekening gemaakt, alsof de ouder een alleenstaande is. De ouder die de meeste draagkracht heeft, betaalt het meest aan de kosten van de kinderen. Dit kan in de vorm van kinderalimentatie zijn, maar er kunnen in het ouderschapsplan ook andere afspraken gemaakt worden, bijvoorbeeld dat de ouder met de hoogste draagkracht de kleding voor de kinderen betaalt.
6. De nieuwe partner
Wanneer één van de ex-partners opnieuw gaat samenwonen, een geregistreerd partnerschap aangaat of trouwt, kan dat een aanleiding zijn om het bedrag aan kinderalimentatie te herzien. Er kunnen zich de volgende situaties voordoen:
De alimentatieplichtige (degene die de alimentatie betaalt) gaat
- samenwonen, trouwen of gaat een geregistreerd partnerschap aan met iemand die een eigen inkomen heeft. De nieuwe partner wordt geacht de helft van de woonlasten op zich te nemen. Hierdoor wordt de draagkracht van de alimentatieplichtige hoger en zou er in principe meer kinderalimentatie betaald kunnen worden;
- samenwonen, trouwen of gaat een geregistreerd partnerschap aan met iemand die geen eigen inkomen heeft. De ex-partner moet nu naast zijn “oude gezin” ook de nieuwe partner onderhouden. De ex-partner heeft meer kosten waardoor er mogelijk minder geld beschikbaar is voor alimentatie;
- samenwonen, trouwen of gaat een geregistreerd partnerschap aan en de nieuwe partner heeft kinderen en een eigen inkomen. In dit geval kan bij de berekening ook het inkomen en de kosten van de nieuwe partner worden meegenomen in de berekening. De draagkrachtberekening bepaalt of het bedrag aan kinderalimentatie moet worden aangepast.
De alimentatiegerechtigde (degen die de alimentatie ontvangt) gaat
- samenwonen, trouwen of gaat een geregistreerd partnerschap aan met iemand die een eigen inkomen heeft. De nieuwe partner wordt geacht de helft van de woonlasten op zich te nemen. Hierdoor wordt de draagkracht van de alimentatiegerechtigde hoger waardoor een grotere bijdrage in de kosten van levensonderhoud van de kinderen geleverd zou kunnen worden en de ex-partner minder aan kinderalimentatie hoeft te betalen;
- samenwonen, trouwen of gaat een geregistreerd partnerschap aan en de nieuwe partner heeft kinderen en een eigen inkomen. In dit geval kan bij de berekening ook het inkomen en de kosten van de nieuwe partner worden meegenomen in de berekening. De draagkrachtberekening bepaalt of het bedrag aan kinderalimentatie moet worden aangepast.
- Wanneer de alimentatiegerechtigde gaat samenwonen en daardoor minder draagkracht krijgt, is het niet altijd gezegd dat de ex-partner hiervan de financiële consequenties dient te dragen door een verhoging van de kinderalimentatie.
GA NAAR ONZE WEBSITE SCHEIDSLIJN.NL EN BEREKEN ZELF DE HOOGTE VAN DE KINDERALIMENTATIE!
Lees verder:
|